Lagedrukgebied kenmerken

Depressie

Wat is een depressie?

Somberheid en niet meer genieten staan centraal bij een depressie. Ook kan je vermoeid zijn, moeite hebben met slapen, gedachten aan de dood hebben, of moeite hebben om ergens je aandacht bij te houden. Bij een depressie ben je vaak aan het piekeren, je vindt jezelf slecht en je kunt bijna niet geloven dat je leven ooit weer beter kan worden. Het is daarom logisch dat een depressie vaak veel negatieve invloed op iemands leven heeft. Depressie is een ziekte waarbij biologie (zoals je genen of hoe je hersenen werken), hoe je als mens in elkaar zit (bijvoorbeeld of je gevoelig voor stress bent of dingen moeilijk positief kan zien) en de omgeving een rol spelen. In de omgeving speelt bijvoorbeeld een rol in wat voor situatie je bent opgegroeid, of je heftige gebeurtenissen hebt meegemaakt (trauma of jeugdtrauma), of er op dit moment grote problemen zijn in je leven en of er mensen om je heen zijn die van je houden.

Er zijn verschillende soorten depressies. Bij een lichte depressie kun je met weinig hulp toch verder en soms gaan lichte depressies ook vanzelf weer over. Een huisarts of praktijkondersteuner kan je vaak al in een paar gesprekken helpen. Bij een ernstige depressie heb je veel meer klachten, die ook ernstiger zijn. Bijna altijd is dan snel professionele hulp nodig. Soms duurt een depressie erg lang. Dat heet een chronische depressie.

Hoe lang duurt een depressie?

Een depressie kan een paar weken of zelfs maanden duren. Ongeveer

Nieuws en info

Depressie en lagedrukgebied zijn synoniemen. Het is een gebied met gesloten isobaren waarin de luchtdruk laag is tegenover de omgeving. Met de letter 'L' wordt op weerkaarten de kern van het lagedrukgebied aangegeven. Een uitloper van een lagedrukgebied wordt een trog of een vore genoemd.

Bij een depressie in het noordelijk halfrond draait de wind in tegenwijzerzin. In het zuidelijk halfrond draait de wind in wijzerzin. Door de corioliskracht waait de wind niet rechtstreeks van een hogedrukkern naar een lagedrukkern maar stroomt hij parallel aan de isobaren. Door de wrijvingskracht echter zal de wind in de onderste lagen van de atmosfeer een hoek van ongeveer 30° maken met de isobaren, in het geval van een depressie naar de lagedrukkern toe. Omdat de lucht samenstroomt (convergeert) in de kern wordt ze gedwongen te stijgen. Hierdoor koelt de lucht af met wolkenvorming en vaak neerslag als gevolg. Bovendien waait het dikwijls flink en kunnen sommige depressies zelfs zo sterk uitdiepen dat een stormdepressie ontstaat.

Er bestaan verschillende soorten van depressies. De meest klassieke vorm in onze gematigde streken is de frontale depressie waarin naast warmte- en koufronten ook dikwijls occlusiefronten terug te vinden zijn.

Enkele andere types van lagedrukgebieden zijn:

  • Tropische depressies: zij bevatten geen fronten, in extreme gevallen kunnen ze uitgroeien tot tropische cyclonen.
  • Thermische depressies: boven Frankrijk bijvoorbeeld on

    Nieuws en info

    Typisch voor de depressies in onze gematigde streken is dat ze meestal fronten hebben. Men spreekt daarom van frontale depressies. De figuur toont hoe een klassieke depressie ontstaat en evolueert.

    Fronten vormen de scheiding tussen luchtmassa's. Zo kan er bijvoorbeeld op de Atlantische Oceaan lucht samenstromen van tropische oorsprong uit het zuiden en van polaire origine uit het noorden. Deze luchtsoorten gaan niet met elkaar mengen zodat er een scheidingslijn of front ontstaat (ook wel polair front genoemd). Dit front is min of meer stationair (figuur a).

    Door ingewikkelde processen kan er op dat front een lagedrukgebiedje ontstaan (figuur b). Sommige van die lagedrukgebiedjes blijven bescheiden maar andere kunnen dan weer flink gaan uitdiepen met een duidelijke lagedrukkern als gevolg. Wanneer de kern uitdiept zal er aan de westflank van de kern koude lucht naar het zuiden stromen (de stroming rond een lagedrukgebied is tegenwijzersin) en aan de oostflank warme lucht naar het noorden. Er ontstaat nu dus een knik in het oorspronkelijk stationair front met aan de oostelijke zijde de vorming van een warmfront en aan de westelijke zijde een koufront (figuur c).

    Tussen beide fronten bevindt zich relatief warme en vochtige lucht en we spreken dan ook van een "warme sector". Omdat het koufront sneller beweegt wordt het warmfront met verloop van tijd 'ingehaald'. De relatief koudere lucht achter het koufront duwt de relatief warme lucht

    Ik heb een depressie

    Als je een depressie hebt, kun je zelf dingen doen om je beter te voelen. Je hoeft niet alles in 1 keer te veranderen. Kies zelf waar je mee gaat beginnen. Bedenk dat elke kleine verandering al helpt.

    Elke dag dingen op vaste tijden doen

    Het is belangrijk om dingen op vaste tijden te doen. Bijvoorbeeld:

    • Sta op tijd op.
    • Eet elke dag op dezelfde tijden.
    • Ga elke dag naar buiten. Buitenlucht en bewegen kunnen je een beter gevoel geven.
    • Ga elke dag op tijd naar bed. En het liefst op een vaste tijd. Dat is belangrijk voor je slaap en je stemming.
      Kijk voor meer adviezen bij beter slapen.

    Je hoeft niet direct alles te veranderen. Bedenk 1 ding waar jij mee wilt beginnen. Dan kun je het beter volhouden.

    Gezond eten

    Door gezond eten kun je je beter voelen:

    • Eet elke dag 3 gezonde maaltijden.
    • Eet vooral producten die vers en niet bewerkt zijn. Bijvoorbeeld verse groente, vers fruit, bonen en noten.
    • Wil je meer tips over gezond eten? Bekijk de video.

    Bewegen en sporten

    Bewegen en sporten zijn belangrijk om je beter te voelen:

    • Probeer een half uur per dag te bewegen. Lukt dat niet, begin dan rustig aan en ga langzaam steeds iets meer doen.
      Ga bijvoorbeeld wandelen of tuinieren. Of loop of fiets naar de winkel voor je boodschappen.
    • Probeer ook te gaan sporten. Vooral hardlopen helpt om je beter te voelen. Stevig wandelen of hard fietsen is ook goed. En je kunt bijvoorbeeld ook zwemmen of dansen. Je hart moet wel wat sneller gaan kloppen e

      Depressie, hoos: wat betekenen deze weer-woorden?

      Hozen, gieten, regenen, plenzen, spetteren en storten: Nederlanders zijn er dol op om in mooie woorden een regenbui te bespreken.

      Bij wisselvallig weer weten de weervrouwen en -mannen zelf ook niet hoe het zit. Het weer wisselt namelijk de hele dag door. Moet je een zonnebril of paraplu mee? Het blijft onduidelijk.

      Deze lijkt misschien eenvoudig, maar tuin er niet in. Hoor je over een westelijke windrichting, dan waait de wind niet naar het westen. De wind komt juist uit het westen.

      Is het weer depressief dan voelt het weer zich niet somber, maar jij misschien wel. Bij depressief weer krijg je te maken met regen, wind en koude temperaturen.

      Hoor je in het nieuws over een blokkade? Pak je zonnebrandcrème dan maar snel uit de kast. Bij een blokkade zet een gebied een depressie achter slot en grendel. Wind en regen kunnen er niet doorheen, waardoor er veel droogte en zon ontstaat.