wij ju | ik | zou + infinitief | we | zouden + infinitief | | je | zou + infinitief | jullie | zouden + infinitief | | hij | zou + infinitief | ze | zouden + infinitief |
We gebruiken de o.v.t.t. voor hypothetische situaties. De meest gebruikelijke vorm is de 'voorwaardelijke' (of 'conditionele') constructie: Als aan bepaalde voorwaarden (X) werd voldaan, dan zou er sprake zijn van (een hypothetische) situatie (Y). Voor meer realistische situaties (dus minder hypothetisch), gebruiken we meestal gewoon de tegenwoordige tijd. Tegenwoordige tijd en toekomende tijdHoewel we de verleden tijd van zullen (zouden) gebruiken, spreken we over hypothetische situaties in het heden of in de toekomst. Voor hypothetische situaties in het verleden gebruiken we de hypothetische verleden tijd. Als-dan-situaties| Dat zou ik niet doen als ik jou was. | | Als hij niet zo verlegen was, zou hij meer vrienden hebben. |
Soms is de als-dan-structuur niet duidelijk zichtbaar: | We zouden ons maar vervelen (als we er te lang bleven) | | Dat zou wel heel vreemd zijn. (als het waar is wat je zegt) |
In het Nederlands zijn we flexibel in het gebruik van de werkwoordstijden in als-dan-zinnen. Hieronder staan vier manieren om hetzelfde te zeggen en ze zijn allemaal correct! Als ik opnieuw moest kiezen, dan zou ik hetzelfde kiezen. | Als ik opnieuw zou moeten kiezen, dan koos ik hetzelfde. | Als ik opnieuw zou moeten kiezen, dan zou Ik zal, jij zult, wij zullen: over een problematisch hulpwerkwoordWeinig aspecten van het Nederlands zijn zo eigenaardig als de tijden. Zo gebruiken we de voltooid verleden tijd waar andere talen de onvoltooid verleden tijd zouden gebruiken – en vice versa. Ook onze hulpwerkwoorden van tijd zijn problematisch. Werkwoorden hebben verschillende functies. Ze geven vaak een actie of een toestand aan. Soms beïnvloeden ze de betekenis van de zin. In het Portugees kun je bijvoorbeeld zeggen: “Eu gosto.” Dat betekent: “Ik vind het leuk.” Als je wilt zeggen dat je iets leuk zou vinden, dan vervoeg je in het Portugees dat ene werkwoord: “Eu gostaria.” Wij hebben daar twee werkwoorden voor nodig (‘zou’ en ‘vinden’). Dat eerste is een hulpwerkwoord. Hulpwerkwoord van de toekomende tijdEen hulpwerkwoord komt alleen in combinatie met andere werkwoorden voor in zinnen. Vaak geeft het nadere invulling aan het hoofdwerkwoord. Vergelijk de zin “We gaan naar huis” bijvoorbeeld met “We willen naar huis gaan”. Het hulpwerkwoord willen in zin twee voegt betekenis toe aan het hoofdwerkwoord gaan – en daarmee aan de hele zin. We onderscheiden hulpwerkwoorden van tijd, modaliteit, lijdende vorm en causaliteit. In die eerste categorie verandert het hulpwerkwoord de tijd van de zin. De zin “We gaan naar huis” staat in de tegenwoordige tijd, terwijl de zin “We zijn naar huis gegaan” in de voltooid verleden tijd staat. Met het hulpwerkwoord zullen zetten we een zin in de toekomende t Betekenis 'Zeggen'Je hebt gezocht op het woord: Zeggen. zeg(tussenwerpsel)1woord om iets te benadrukken: mooi, zeg!1zeg·gen(zei, heeft gezegd)1mondeling uiten; = spreken, vertellen: laten we eens zeggen eurovoorlopig aannemen; zeg dat welik ben het roerend met je eens; zo gezegd, zo gedaanze deden wat er gezegd was; er waren zegge en schrijve toeschouwerswelgeteld, niet meer dan2bevelen: hij heeft hier niets te zeggen3beduiden, betekenen: dat wil zeggen …4oordelen, vinden: wat zeg jij hiervan?5schrijven; schriftelijk mededelen; = vermelden: de Bijbel zegt ergens …6bewijzen: dat zegt niets2zeg·gen(het; o)¶naar eigen zeggenzoals hij zelf beweert Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken? Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale. Gratis proberen - Ik zou wat meer moeten bewegen.
- Als ik rijk was, zou ik een zeilboot kopen.
Dat zijn zinnen met de conditionalis of voorwaardelijke wijs. Je vormt de voorwaardelijke wijs met het werkwoord ‘zou/zouden’. Vorming- enkelvoud:
- ik zou
- jij/u zou
- hij/zij/het zou
- meervoud:
- wij zouden
- jullie zouden
- zij zouden
Gebruik- met de constructie als → dan
- Als ik de lotto won, dan zou ik dat aan niemand zeggen.
- →Je kan de zin ook zonder het woord ‘dan’ vormen: Als ik de lotto won, zou ik dat aan niemand zeggen.
- als je normen, wensen, plannen of verwachtingen uitdrukt:
- Je zou beter op tijd naar bed gaan!
- Ik zou meer fruit moeten eten.
- met beleefde, voorzichtige vragen of suggesties:
- Zou je me kunnen helpen, alsjeblieft?
- Zou u niet beter naar huis gaan als u ziek bent?
- om een onzekerheid uit te drukken met een vraag
- Zou ze al thuis zijn?
- Zou hij dat wel goed verstaan?
Opgelet: dubbele infinitiefDe conditionalis wordt dikwijls gebruikt in combinatie met de modale werkwoorden moeten of willen. Dan krijg je een dubbele infinitief. - We zouden beter moeten samenwerken.
- Ik zou meer tijd voor jou willen hebben.
Opgelet: conditionalis in het verledenJe kan de conditionalis ook gebruiken om een fictief scenario in het verleden te beschrijven. Dan vorm je de conditionalis met zouden + de vtt of perfectum. - Dat zou ik veel beter gedaan hebben.
- Zonder dat lawaai, zou ik langer gebleven zijn.
In de
|
|